…maar kermis is ook leuk
De waxinelichtjes die ik al gemaakt heb zijn niet meer op 1 hand te tellen. Ook niet op tien handen maar dat volledig terzijde. Ik ben juist daarmee begonnen omdat ik het zonde vond (en nog steeds vind) dat men na een uitvaartdienst niet veel tastbaars had om te bewaren voor daarna. Er worden vaak wel kaarsjes aangestoken maar die blijven of op het uitvaartcentrum of ze zijn opgebrand en worden weggedaan.
Hoe verdrietig zo’n dag ook kan zijn, toch gaan na verloop van tijd de scherpe randjes er van af. Juist dan vind ik het mooi iets in handen te kunnen hebben wat je aan de persoon doet denken. Waar een tastbare kleine herinnering in opgeborgen kan worden. Een beetje as, een briefje, een haarlokje en zo kan ik nog wel een aantal dingen opnoemen.
Boven op het houdertje kan iets persoonlijks gegraveerd worden. Wat lieve woorden, een naam of een afbeelding. Dat gebeurd dan negen van de tien keer met een super lasermachine. Hoe dankbaar dat ik dat mag doen. Maar heel soms, zoals vandaag, ging dat net even iets anders.
Een kleine grote man van al 10 jaar kwam vandaag met zijn moeder bij mij. Zijn opa was overleden en hij kreeg van zijn moeder een waxinelichthoudertje. Natuurlijk wilde hij daar een tekst voor zijn opa op. Om het voor deze jongen nog persoonlijker te maken stelde ik voor dat hij het zelf op het houdertje zou branden. Dat leek hem wel een heel tof idee. Eerst even oefenen op een stukje eikenhout, want zo’n brander kan goed heet worden.
Vastberaden schreef hij eerst met potlood wat hij erop wilde hebben, want dat was iets makkelijker. Er moesten wel hartjes bij, niet 1 maar 3 stuks moesten er op komen te staan. “Was je opa’s grote vriend?”. “Ja, dat was hij. Opa maakte altijd grapjes.” Gezellig kletsend over van alles en nog wat brandde hij de tekst die hij zelf had verzonnen op het houdertje. “Opa noemde mij altijd Nozem”, vertelde hij met een smile op zijn gezicht. Zijn moeder met een soortgelijke lach, kijkend naar haar zoon. Hij vroeg zich af waar hij het allemaal neer mocht zetten. Daar zijn geen regels voor. Hoe de Nozem het wilde voor zijn opa, dat was het allerbelangrijkste.
“Zo, ik ben klaar”, zei hij. Ik vroeg hem of hij tevreden was met wat hij had gemaakt. En weer die mooie lach. Ja, dat was hij. Hoe heerlijk is de nuchterheid van kinderen, gesprekken aanhoren tussen zijn moeder en mij en ondertussen iedere afbeelding in onze kamer voorzien van een snapchat filter.
Toen ik hem zei dat ik zeker wist dat hij het waxinelichthoudertje een mooi plekje zou geven zei hij; “Ja, die komt op mijn kamer, dan is hij dichtbij”. “Mam, gaan we nou nog naar de kermis, ik weet niet tot wanneer die is”.
Ik weet zeker dat de opa heel trots op zijn Nozem zou zijn.